Toelichting op de balans per 31 december

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Terug naar navigatie - Immateriële vaste activa

 

31-12-2023

31-12-2022

Bijdrage aan activa in eigendom van derden

9.298

8.325

 

9.289

8.325

 

De boekwaarde van de investeringen voor de immateriële vaste activa had het volgende verloop (x € 1.000):

 

  Boekwaarde 01-01-2023 Investering

Desinvestering

Afschrijving Bijdragen derden Afwaardering Boekwaarde 31-12-2023
Bijdrage aan activa in eigendom van derden 8.325 1.229 0 256 0 0 9.298
Totaal 8.325 1.229 0 256 0 0 9.298

 

Bijdrage van activa in eigendom van derden
De bijdrage aan activa in eigendom van derden betreft de kosten huisvesting basisonderwijs Lichtenvoorde (IEKC) en bijdrage renovatie zwembad Meekenesch.

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

 

 

31-12-2023

31-12-2022

In erfpacht uitgegeven gronden

18.980

19.444

Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

20.021

20.536

Overige investeringen met een economisch nut

41.110

38.634

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

30.356

24.805

 

110.467

103.419

 

In erfpacht uitgegeven gronden

De in erfpacht uitgegeven gronden zijn percelen bedrijfsgronden die voor onbepaalde tijd in erfpacht zijn uitgegeven.

  Boekwaarde 01-01-2023 Investering Desinvestering Afschrijving Bijdragen derden Afwaardering Boekwaarde 31-12-2023
In erfpacht uitgegeven gronden 19.444 128 592 0 0 0 18.980
Totaal 19.444 128 592 0 0 0 18.980

 

In erfpacht uitgegeven gronden

De in erfpacht uitgegeven gronden bestaan o.a. uit de volgende erfpachten

 

Naam

Jaar uitgifte

 

Herziening t/m

Verkocht

Erfpacht

Verkenners

2012

eeuwigdurend

2021

 

€    57.007

De Laarberg

2014

eeuwigdurend

2029

 

€    37.170

De Laarberg

2015

eeuwigdurend

2030

 

€      8.275

De Laarberg

2016

eeuwigdurend

2030

 

€    15.742

De Laarberg

2017

eeuwigdurend

2032

 

€    16.931 

De Laarberg

2018

eeuwigdurend

2028

 

€    32.060

Lichtenvoorde

2016

eeuwigdurend

2026

 

€      9.075

Lindebrook

2016

eeuwigdurend

2035

 

€      1.954

Lindebrook

2017

eeuwigdurend

2032

ja

€                0

Lindebrook

2018

eeuwigdurend

2028

 

€      3.099

De Laarberg

2019

eeuwigdurend

2034

 

€    14.142

Lindebrook

2019

eeuwigdurend

2039

 

€      8.027

De Laarberg

2020

eeuwigdurend

2035

 

€    19.367

De Laarberg

2020

eeuwigdurend

2034

 

         €     7.175

De Laarberg

2020

eeuwigdurend

2035

 

€    78.873

De Laarberg

2020

eeuwigdurend

2031

 

€     4.662

De Laarberg

2020

eeuwigdurend

2030

ja

€                0

De Laarberg

2020

eeuwigdurend

2024

 

€    13.129

De Laarberg

2020

eeuwigdurend

2029

 

€    12.588

Lindebrook

2020

eeuwigdurend

2029

 

€     4.605

De Laarberg

2021

eeuwigdurend

2030

 

€    4.876

De Laarberg

2021

eeuwigdurend

2030

 

€   33.307

De Laarberg

2021

eeuwigdurend

2036

 

€  21.860

De Laarberg

2021

eeuwigdurend

2031

 

€ 18.476

De Laarberg

2022

eeuwigdurend

2031

 

€  26.160

Lindebrook

2022

eeuwigdurend

2041

 

€   3.313

De Laarberg

2022

eeuwigdurend

2031

 

€ 31.756

De Laarberg

2022

eeuwigdurend

2027

 

€ 39.825

De Laarberg

2023

eeuwigdurend

2033

 

€    6.941

 

 

 

 

 

€  530.394

 

In 2023 is één perceel bedrijfsgrond voor onbepaalde tijd in erfpacht uitgegeven.

De opbrengsten van deze erfpachten zijn verantwoord onder programma 1 en 3.

Daarnaast zijn er in 2023  twee  kavels die in erfpacht waren uitgegeven verkocht.

 

Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (x € 1.000):

  Boekwaarde 01-01-2023 Investering Desinvestering Afschrijving Bijdragen derden Afwaardering Boekwaarde 31-12-2023
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 20.536 595 32 1.078 0 0 20.021
Totaal 20.536 595 32 1.078 0 0 20.021

 

De cumulatieve afschrijvingen bedragen per 1 januari 2023 hiervan € 12.326.000.

 

 Overige investeringen met een economisch nut

De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:

 

31-12-2023

31-12-2022

Gronden en terreinen

8.035

3.602

Bedrijfsgebouwen

31.104

32.581

Vervoersmiddelen

98

88

Machines, apparaten en installaties

1.506

1.836

Overige materiële vaste activa

367

527

 

41.110

38.634

 

  Boekwaarde 01-01-2023 Invester Desinvest Afschr Bijdragen derden Afwaard Boekwaarde 31-12-2023
Gronden en terreinen 3..602 4.585 0 6 146 0 8.035
Woonruimten 0 0 0 0 0 0 0
Gebouwen 32.581 287 0 1.717 47 0 31.104
Vervoermiddelen 88 32 0 22 0 0 98
Machines, apparaten en installaties 1.836 10 0 340 0 0 1.506
Overige materiële vaste activa 527 4 0 164 0 0 367
Totaal 38.634 4.918 0 2.249 193 0 41.110

 

De cumulatieve afschrijvingen bedragen per 1 januari 2023 hiervan € 46.782.000.

De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht (x  € 1.000) vermeld.

  Beschikbaar gesteld krediet Werkelijk besteed in 2023 Cumulatief ten laste van krediet
Oude Papendijk Groenlo 4.299 4.132 4.132
Flierbeek fase 3 1.881 68 338
Bouwrijp maken corsolocatie 425 113 148
Voorm. Past. van Ars locatie 185 93 107
Huisvesting K. Doormanstr. Groenlo  1.500 38 180
Binnensport Groenlo - sporthal Marianum 10.524 132 613
  17.314 4.576 5.518

 

Begrotingsrechtmatigheid kredieten
Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingsinstrument. Kredietoverschrijdingen zijn in principe onrechtmatig. Volgens het toetsingskader 2017 van het platform Rechtmatigheid provincies en gemeenten zijn er echter situaties denkbaar waarbij de overschrijdingen binnen het door de raad uiteengezette beleid en binnen het doel blijven waarvoor het krediet beschikbaar is gesteld. In 2023 zijn er geen overschrijdingen geweest van meer dan € 10.000. 

 

Overige investeringen met maatschappelijk nut

De overige investeringen met maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld (x € 1.000):

 

31-12-2023

31-12-2022

Gronden en terreinen

5

9

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

30.030

24.555

Machines, apparaten en installaties

24

6

Overige materiële vaste activa

297

235

 

30.356

24.805

 

De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop (x € 1.000):

  Boekwaarde 01-01-2023 Invester Desinvester Afschr Bijdragen derden Afwaard Boekwaarde 31-12-2023
Gronden en terreinen 9 0 0 4 0 0 5
Grond-, weg- en waterbouw-kundige werken 24.555 11.776 0 1.978 4.323 0 30.030
Machines, apparaten en installaties 6 19 0 1 0 0 24
Overige materiële vaste activa 235 99 0 37 0 0 297
Totaal 24.805 11.894 0 2.020 4.323 0 30.356

 

De cumulatieve afschrijving bedraagt per 1 januari 2023 € 27.816.000. Onder bijdragen van derden zijn inkomsten opgenomen die direct gerelateerd zijn aan het betrokken actief.

De belangrijkste investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn in het boekjaar geactiveerd (x € 1.000):

  Beschikbaar gesteld krediet (x € 1.000) Werkelijk besteed in 2023 (x € 1.000) Cumulatief ten laste van krediet (x € 1.000)
Project meer Veilig Zieuwentseweg N18                                        3.900                                  3.926                                           3.116
Rehabilitatie verhardingen 4.887 1.030 4.775
Uitvoering inrichtingsplan Marienvelde 717 671 671
Voorbereid en realisatie HUB busstation L'voorde 400 124 115
Reconstr. Koemstr. deel Dijkstraat 228 276 308
Vervangen openbare verlichting 1.694 227 1.085
Infra sporthal locatie Barkenkamp 860 184 610
Geluidsschermen Hartreize fietsviaduct N319 200 141 141
Komgrenzen en inrichten 30km/uur maatregelen 200 105 120
Aanpass verk veiligheid Ruurloseweg Groenlo 404 91 373
Ontwikkeling BMX baan, parkeerplaatsen troittoir 225 79 79
  13.715 6.854 11.393

 

Begrotingsrechtmatigheid kredieten

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingsinstrument. Kredietoverschrijdingen zijn in principe onrechtmatig. Volgens het toetsingskader 2017 van het platform Rechtmatigheid provincies en gemeenten zijn er echter situaties denkbaar waarbij de overschrijdingen binnen het door de raad uiteengezette beleid en binnen het doel blijven waarvoor het krediet beschikbaar is gesteld.  Onderstaand betreft het krediet dat meer dan € 10.000 overschreden is:

Reconstructie Koemstr. deel Dijkstraat:

Dit krediet moet samengenomen worden met het krediet voor riolering. Het krediet is niet juist uitgesplitst naar riolering en wegen. Dit wordt met de bestuursrapportage 2024 gecorrigeerd. 

Financiële vaste activa

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

De financiële vaste activa kan als volgt onderverdeeld worden (x € 1.000):

 

 

31-12-2023

31-12-2022

Kapitaalverstrekkingen aan:

 

 

Deelnemingen

482

482

Gemeenschappelijke regelingen

43

43

 

 

 

Leningen aan:

 

 

Deelnemingen

0

0

Overige langlopende leningen

11.740

11.866

 

 

 

 

12.265 12.391

 

Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2023 wordt in onderstaand overzicht weergegeven (x € 1.000):

  Boekwaarde 01-01-2023 Invest Bijdrage derden Afwaard Aflossingen / afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2023
Kapitaalverstrekkingen aan:            
Deelnemingen 482 0 0 0 0 482
Gemeenschappelijke regelingen 43 0 0 0 0 43
Overige verbonden partijen 0 0 0 0 0 0
Leningen aan:            
Woningcorporaties 0 0 0 0 0 0
Deelnemingen 0 0 0 0 0 0
Overige verbonden partijen 0 0 0 0 0 0
Overige langlopende leningen 11.866 317 0 0 443 11.740
Overige uitz. met een looptijd > 1 jaar 0 0 0 0 0 0
Totaal 12.391 317 0 0 443 12.265

 

De in 2023 verstrekte overige langlopende leningen betreffen een lening  voor fietsregelingen en ov-abonnementen voor SW-medewerkers € 12K ,  bijdrage Zonnepark in Braamt € 86K en verstrekte leningen voor verduurzamen  maatschappelijke voorzieningen ad € 219K.

Vlottende activa

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden

De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën (x  € 1.000):

 

31-12-2023

31-12-2022

Onderhandenwerk, waaronder bouwgrond in exploitatie

2.526

3.044

Voorziening gronden in exploitatie

-1.992

-3.027

Voorraad handelsgoederen

0

0

 

534

17

 

Onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie

Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2023 het volgende overzicht worden weergegeven (x € 1.000):

 

  Boekw 01-01 Invest van MVA Inkomst

Boekwinst

Boek 31-12 Geraamde te maken kosten Geraamde verwachte opbr. Geraamd eindresult
Complex Noordrand (Brouwhuizen) 1.176 40 32 0 1.184 5 -221 968
Complex Lindebrook 1.392 218  0 735 219 1.094 618 -3.395 -1.683
Complex Flierbeek  -308 20  0 0 288 0 0 0 0
Complex Marienvelde 82 0 0 0 82 27 -134 -25
Complex Engelse Schans -18 3  0 0 15 0 0 0 0
Complex De Woerd 49 268  0 0 -317 0 0 0 0
Complex Zieuwent 697 93 132 -658 0 0 0 0
Complex Hof aan de Boog Marienvelde -724 131 0 231 -362 137 0 -225
Complex Vossenburcht 702 40 0 451 0 291 686 -323 654
Complex Looweg Harreveld -144 12 0 0 0 -132 198 0 66
Complex Van Ostadestraat -62 262 0 0 0 200 144 -104 240
Complex Kapelweg Vragender 202 173 0 206 0 169 258 -313 114
Totaal 3.044 1.260 0 1.556 -222 2.526 2.073 -4.490 109

 

De toegerekende rente bedraagt € 6.456, dit bedrag is opgenomen onder de investeringen.

Het geraamde eindresultaat is bepaald conform de voorgeschreven Percentage of Completion Methode (POC).

Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar paragraaf 6 Grondbeleid.

Uitzettingen korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen korter dan één jaar

De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden (x € 1.000):

 

Soort vordering

31-12-2023

31-12-2022

Vorderingen op openbare lichamen

6.914

5.246

Overige vorderingen

1.132

1.169

 

8.046

6.415

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van de vorderingen verrekend.

Een volgende specificatie is te geven (x € 1.000):

 

31-12-2023

31-12-2022

Debiteuren openbare lichamen

 

 

Vordering BTW compensatiefonds

6.307

4.894

Vordering diverse gemeenten, provincie en RWS

607

352

 

6.914

5.246

Overige debiteuren

 

 

Debiteuren

748

1.017

Debiteuren gemeentelijke belastingen

384

152

 

1.132

1.169

 

 

 

Debiteuren (openbare lichamen en overige)

8.047

6.417

Voorziening voor dubieuze debiteuren

-1

-2

 

8.046

6.415

 

Schatkistbankieren

Schatkistbankieren houdt in dat lagere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen hun geld niet meer kunnen onderbrengen bij reguliere banken, maar verplicht zijn dit bij het Rijk dan wel medeoverheid te doen. Dit geldt vanaf 2013. Het tijdelijk uitzetten van geld bij derden is verleden tijd.

Alle overtollige middelen in de schatkist moeten we aanhouden. Er zijn vier uitzonderingen: nazorgfondsen zoals die zijn ingesteld op basis van de wet Milieubeheer, middelen op een geblokkeerde rekening bij de belastingdienst, bestaande beleggingen (peildatum 4 juni 2012) en een drempelbedrag. Het drempelbedrag is een minimumbedrag (dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag voor 2023 voor onze omvang is  2% (dit percentage wordt gehanteerd bij een begrotingstotaal lager dan € 500 miljoen) van het begrotingstotaal (€ 79.964.000), € 1.599.280.  Dagelijks wordt het overschot van onze liquide middelen gestort naar het Rijk middels een rekening-courantrekening. Het bedrag aan liquide middelen per kwartaal was in 2023: 

x € 1.000

Q1

Q2

Q3

Q4

Op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist gehouden middelen

€ 640

€ 858

€ 832

€ 722

Drempelbedrag

€ 1.599

€ 1.599

€ 1.599

€ 1.599

Ruimte onder drempelbedrag

€ 959

€ 742

€ 767

€ 877

Overschrijding van het drempelbedrag

 

     

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa

 x € 1.000

31-12-2023

31-12-2022

Van Het Rijk ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel

197

0

Vooruitbetaalde bedragen

784

1.563

Nog te ontvangen bedragen

6.568

7.142

 

7.550

8.705

De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder vooruitbetaalde bedragen zijn abonnementskosten, contributies en kosten opgenomen die betrekking hebben op het dienstjaar 2024. Voor 2022 zijn tevens de vooruitbetalingen van de lumpsum inkoop sociaal domein hierin opgenomen. Voor 2023 zijn de afrekeningen van de lumpsum opgenomen onder de nog te ontvangen bedragen.

Een volgende specificatie is te geven van de nog te ontvangen bedragen (x € 1.000):

 

31-12-2023

31-12-20212

Te ontvangen bedragen

2.475 916

Toeristenbelasting

180 750

Algemene uitkering

0 769
SPUK gelden Oekraine 0 2.612

Afvalstoffenheffing

225 165

Afvalfonds Nedvang

170 98
Subsidies 202 0

Dividendbelasting

48 0
Loonkosten Sociale regie 0 99

Vennootschapsbelasting

194

21

Afrekening ondersteuningsteam

276

235

LIV 2023 / 2022

117

156

Afrekening Vitens

25

50

Omzetbelasting 2015-2017

1.271

1.271

 Afrekening lumpsum

1.385 0

 

6.568

7.142

Onder te ontvangen bedragen zijn opbrengsten opgenomen, die betrekking hebben op het huidige dienstjaar maar die gefactureerd of ontvangen zijn/worden in het volgende dienstjaar (bijvoorbeeld huuropbrengsten sportaccommodaties).

 

De van  Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Hieronder volgt een uiteenzetting waaruit blijkt hoe de  nog te ontvangen bedragen zijn opgebouwd (x € 1.000):

 

Saldo 01-01-2023

Toevoeging

Vrijval

Saldo 31-12-2023

Integraal Zorgakkoord (IZA)

0 197 0 197

 Totaal

0

197

0 197

 

Passiva

Eigen vermogen

Mutaties reserves

Terug naar navigatie - Mutaties in de vrij reserves
Algemene reserve - vrij besteedbaar deel x € 1.000
Stand per 1 januari 2023 6.446
   
Rente 129
Subtotaal 6.575
   
Resultaat 2022 vrij besteedbaar 2.784
Resultaat 2022, overheveling budgetten naar 2023 5.025
Updaten lijst ' bijzondere bomen en groene monumenten'  -13
Maatregelen tbv versterken biodiversiteit in de openbare ruimte -8
Vervangen houten brug Meidoornstraat te Lichtenvoorde -32
Cofinanciering provinciale landschapsprojecten -13
Versterken biodiversiteit openbaar groen -18
Onderzoekskosten transformatie -85
Programma Stad Groenlo -100
Onderzoek naar toekomstbestendige (gemeentelijke) sportaccommodaties in Oost Gelre -25
Uitvoering Cultuurbeleid en Cultuurconvenant -3
Realisatie padelbanen  -40
Lokale omroep naar Streekomroep  -37
Programma Lichtenvoorde -35
Leader projecten -72
Integrale veiligheid -69
Audit BAG -5
Subsidies tijdelijke regeling energiemaatregelen -260
Grachten/Wilgenpark (resultaat 2022) -37
Invoering omgevingswet (resultaat 2022) -65
Energietoeslag (resultaat 2022) -74
Subsidie duurzaam omgaan met hemelwater (resultaat 2022) -77
Vormen bestemmingsreserve huisvesting migranten (resultaat 2022) -1.332
Dekking subsidie scouting ecologisch gebouw -200
BRO Locatiestudie bedrijventerreinen -31
Dekking kapitaallasten -25
Subtotaal 5.153
   
Saldo per 31 december 2023 11.728
Terug naar navigatie - Mutaties in de bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves x € 1.000 Reserve
Stand per 1 januari 2023  11.939  
Rente  119  
  12.058  
     
Dotatie groot onderhoud 280 gebouwen
Inrichting gemeentehuis

-37

gebouwen
Rente en afschrijving Hamalandschool en Flierbeek -128 onderwijshuisvesting
Inzet sociaal team en inhuur -174 sociaal domein
Ontvangen middelen Overschot beschermd wonen 2022 496 sociaal domein
Frictiekosten -186 frictiekosten
Bestemmingsreserve vormen (resultaat 2022) 1.332 huisvesting migranten
Subtotaal 1.583  
     
Saldo per 31 december 2023 13.641  
Terug naar navigatie - Eigen vermogen

Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten (x € 1.000):

 

 

31-12-2023

31-12-2022

Algemene reserve

35.027

29.745

Bestemmingsreserves

13.641

11.939

Resultaat voor bestemming

5.997

7.809

 

54.665

49.493

 

Het verloop in 2023 wordt in onderstaand overzicht weergegeven (x € 1.000).                                                                                                           

Voor een uitgebreide specificatie en mutatie per reserve verwijzen wij naar de staat van Reserves en Voorzieningen die als bijlage is toegevoegd.

 

Reserves Saldo 01-01-2023 Toevoeg Onttrek Bestemm resultaat 2022 Ter dekk  afschrijv Ter dekking van rente Saldo 31-12-2023
               
Algemene reserve 29.745  595 3.097  7.809 25 -   35.027
Bestemmingsreserve  11.939 2.346 479 -   165 -   13.641
               
Totaal 41.684 2.941 3.576 7.809  190 -   48.668

 

Terug naar navigatie - Toelichting

Onder “Bestemming resultaat” staan de toevoegingen of onttrekkingen vermeld uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar. Onder de afschrijvingen staan de verminderingen vermeld in verband met afschrijvingen op activa; € 190.000 wordt onttrokken uit de reserves ter dekking van de kapitaallasten. Deze kapitaallasten komen tot uitdrukking in de diverse programma’s. Voor een specificatie verwijzen wij naar de staat van Investeringen die ter inzage ligt.

Onderstaand geeft de bestemmingsreserves weer die meer dan een boekwaarde van € 750.000 bedragen:

Reserve groot onderhoud gebouwen
De reserve is ingesteld ter egalisatie van de kosten van onderhoud van gemeentelijke gebouwen. De stand per 31 december 2023 bedraagt € 3.447.000.

Reserve huisvesting onderwijs
De reserve is ingesteld ter egalisatie van de kosten van onderwijshuisvesting; de kapitaallasten Flierbeek en de Hamalandschool. De stand per 31 december 2023 bedraagt € 2.657.000.

Reserve sociaal domein
Deze reserve is ingesteld om tegenvallers uit het sociaal domein op te kunnen vangen. De stand per 31 december 2023 bedraagt € 1.811.000.

Reserve energietransitie
De reserve is ingesteld voor de energietransitie. De stand per 31 december 2023 bedraagt € 1.772.000.

Reserve frictiekosten
Deze reserve is ingesteld om het mogelijk niet of deels halen van de voorgestelde maatregelen uit dekkingsplannen te realiseren en om maatregelen ten behoeve van de bedrijfsvoering te kunnen doorvoeren. De stand per 31 december 2023 bedraagt € 831.000.

Reserve huisvesting migranten
In 2022 zijn er middelen ontvangen om de opvang van Oekraïners te faciliteren. De overgebleven middelen worden gereserveerd voor de grote opgaven in de komende jaren inzake de huisvesting van migranten. De stand per 31 december 2023 bedraagt € 1.332.000.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - VZ1

Het verloop van de voorzieningen in 2023 staat in onderstaand overzicht (x € 1.000). Voor een uitgebreide specificatie verwijzen wij u naar de staat van Reserves en Voorzieningen die ter inzage ligt.

 

  Saldo 01-01-2023 Toevoeging Vrijval Saldo 31-12-2023
         
Voorziening, verplichtingen, risico's en verliezen 3.616 15  198 3.433
Onderhoudsegalisatievoorziening 0 0 0 0
Voorziening, derden beklemde gelden 7.687 0 930 6.755
         
Totaal 11.303 15 1.128 10.188
Terug naar navigatie - VZ3

Voorziening wethouders pensioenen
De voorziening is ingesteld om aan de huidige en toekomstige verplichtingen van de voormalige en de huidige wethouders te kunnen voldoen conform de APPA-wetgeving. Stand per 31 december 2023 bedraagt € 3.413.000

Voorziening riolering
De voorziening is gevormd door middelen die specifiek besteed moeten worden. De stand per 31 december 2023 bedraagt € 6.652.000.

Voorziening verlofsparen
De voorziening is ingesteld ter dekking van kosten voortkomend uit medewerkers die extra verlof aankopen uit hun IKB om op een later moment langer verlof op te nemen.
De stand per 31 december 2023 bedraagt € 20.000.

Voorziening RVU WSW

Betreft een voorziening voor RVU voor WSW-ers. De stand per 31-12-2023 bedraagt €103.345.

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Terug naar navigatie - VS1

De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt (x € 1.000):

 

31-12-2023

31-12-2022

Onderhandse leningen:

 

 

Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen

0

0

Binnenlandse banken en overige financiële instellingen

68.343

68.859

Schatkistbankieren

0

0

Schuldpapieren

0

0

Overige uitzettingen

0

0

 

68.343

68.859

Door derden belegde gelden

13

13

 

68.356

68.872

 

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2023 (x  € 1.000). Voor een uitgebreide specificatie verwijzen wij naar de staat van Langlopende Geldleningen die ter inzage ligt.

 

  Saldo 01-01-2023 Vermeerderingen Aflossingen Saldo 31-12-2023
         
Onderhandse leningen 68.859 11.000 11.516 68.343
Door derden belegde gelden 13 - - 13
         
Totaal 68.872 11.000 11.516 68.356

 

De totale rentelast voor het jaar 2023 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 470.417.

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Vlottende passiva

Onder de vlottende passiva zijn opgenomen (x € 1.000):

 

 

31-12-2023

31-12-2022

Netto vlottende schulden < 1 jaar

3.616

1.368

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen

5.696

5.464

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van voorgaande begrotingsjaren van overige Nederlandse overheidslichamen

5.737

3.310

 

15.049

10.142

Kortlopende schulden

Terug naar navigatie - Kortlopende schulden

De in de balans opgenomen netto vlottende schulden < 1 jaar kunnen als volgt gespecificeerd worden (x € 1.000):

 

 

31-12-2023

31-12-2022

Banksaldi

0

0

Overige schulden hoofdzakelijk crediteuren

3.616

1.368

 

3.616

1.368

 

Onze hoofdrekening van de BNG heeft een kredietfaciliteit van € 3.500.000.

De in de balans opgenomen overlopende passiva kunnen als volgt gespecificeerd worden (x € 1.000):

 

 

31-12-2023

31-12-2022

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen

5.696

5.464

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van voorgaande begrotingsjaren van overige Nederlandse overheidslichamen

5.737

3.310

 

11.433

8.774

 

De specificatie van de post “Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling” is als volgt (x € 1.000):

 

 

31-12-2023

31-12-2022

Loonheffing

719

656

Loonheffing WSW

142

155

Premies ABP, Aof, Aok, UFO en ZKV

131

214

Netto salarissen

118

0

Omzetbelasting

342

120

Vooruit ontvangen bedragen

568

79

Nog te betalen bedragen

3.037

3.280

PGB Wmo en Jeugd

105

130

Wmo huishoudelijke hulp

231

244

Wmo begeleiding

6

14

Jeugdzorg

297

572

Overig 0 0

 Totaal

5.696

5.464

 

Nog te betalen bedragen zijn kosten die in het volgende dienstjaar zijn gefactureerd.

 

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van voorgaande begrotingsjaren van overige Nederlandse overheidslichamen bestaat uit van Het Rijk ontvangen en van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen. Hieronder volgt een uiteenzetting waaruit blijkt hoe de voorschotbedragen zijn opgebouwd (x € 1.000):

 

 

Saldo 01-01-2023

Toevoeging

Vrijval

Saldo 31-12-2023

OAB

38 169 207 0

Subsidie monumenten

108

45

73

80

Subsidie ondermijning

54

118

172

0

SPUK Inburgering 104 146 78 172

Subsidie pumptrackbaan

15

0

15

 

0

Subsidie activiteitenplein Lichtenvoorde

288

0

0

288

Subsidie Ervencoach

160

0

0

160

Overdracht bodemtaken 46 0 7 39

Diverse SPUK's

2.408

3.787

1.297

4.898

Bijdrage  ctb controle 89

0

89

0

Subsidie project woningbouw

0

100

0 100

 Totaal

3.310

4.365

1.938 5.737

Waarborgen en garanties

Terug naar navigatie - WG1

Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden.

 

Geldnemer

Oorspronkelijk bedrag x  € 1.000

Percentage

Borgstelling

Restant borgstelling begin jaar x € 1.000

Restant borgstelling eind jaar x € 1.000

De Woonplaats (WSW)

11.000

50%

5.500

5.500

De Woonplaats (WSW)

10.000

50%

5.000

5.000

De Woonplaats (WSW)

5.000

50%

2.500

2.500

De Woonplaats (WSW)

10.000

50%

5.000

0

ProWonen (WSW)

5.465

50%

1.357

1.210

ProWonen (WSW)

5.000

50%

2.500

2.500

ProWonen (WSW)

5.000

50%

2.500

2.500

ProWonen (WSW)

7.500

50%

3.750

3.750

ProWonen (WSW) 5.000 50% 2.500 500

Stg. Careaz

2.676

100%

1.585

1.496

Gebiedsonderneming Laarberg

2.000

50%

1.000

0

Gebiedsonderneming Laarberg

3.000

50%

1.500

1.500

Gebiedsonderneming Laarberg

2.000

50%

1.000

1.000

Gebiedsonderneming Laarberg

2.000

50%

1.000

1.000

Gebiedsonderneming Laarberg

2.500

50%

1.250

1.250

Gebiedsonderneming Laarberg

4.500

50%

2.250

0

 

 

 

40.192

29.706

 

De gemeente is achtervang voor de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en de stichting Waarborgfonds Woningbouw (WSW). Mochten deze fondsen tekorten krijgen dan zijn alle gemeenten verplicht om, voor hun aandeel, een renteloze lening te verstrekken aan het waarborgfonds. 

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende

De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen.

Leerlingenvervoer
Met ingang van 1 augustus 2017 is het leerlingenvervoer ondergebracht bij ZOOV (ZO Openbaar Vervoer). ZOOV is het aanvullend openbaar vervoer in, van, voor en vanuit de Achterhoek. ZOOV is een gezamenlijk initiatief van de zeven Achterhoekse gemeenten Samen willen wij de Achterhoek bereikbaar maken voor iedere reiziger.
Het leerlingenvervoer is voor de komende drie schooljaren gegund aan negen lokale taxibedrijven. De vervoerscontracten kunnen daarna nog maximaal drie keer met een jaar worden verlengd. De vervoercontracten voor het leerlingenvervoer zijn (in één) keer verlengd tot en met juli 2023. Per 1 augustus 2023 is er een nieuwe aanbesteding geweest. Nieuw contract loopt van 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2029 met de mogelijkheid tot verlengen 2 x 2 jaar.
De kosten van het leerlingenvervoer zijn moeilijk beheersbaar.
Dat komt enerzijds door de “open-einde-financiering” en de wisselende omvang van door onze gemeente te vervoeren leerlingen en locaties en anderzijds door het al dan niet aanwezig zijn van combinatiemogelijkheden met andere gemeenten.

Brandverzekering
In 2019 heeft er een nieuwe aanbesteding voor de brandverzekering plaatsgevonden. Deze brandverzekering loopt via de Noord-Nederlandse Assurantiemakelaars. De polis is ondergebracht bij verschillende verzekeringsmaatschappijen. De verplichting is aangegaan per 1 januari 2020 voor 3 jaar (tot eind 2022), met de optie tot verlening met twee keer één jaar. De jaarlijkse verplichting bedraagt circa € 211.000.

Rova (afvalverwerking)
Wij zijn een verplichting aangegaan met Rova inzake de afvalverwerking. De jaarlijkse verplichting bedraagt circa € 2.470.000.

Vakantiedagen
De medewerkers hadden aan het eind van het jaar 2023 nog een tegoed van 2.745 vakantiedagen wat een bedrag vertegenwoordigt van € 599.043.

Verlofsaldo WSW
De WSW-medewerkers hadden aan het eind van het jaar 2023 nog een tegoed van 1.638 vakantiedagen wat een bedrag vertegenwoordigt van € 187.300.

Vakantietoeslag WSW
De te betalen vakantietoeslag voor WSW-medewerkers bedraagt ultimo 2023 € 184.503.

Bedrijventerrein Lindebrook
De ontwikkeling van het bedrijventerrein Lindebrook vindt plaats met een aantal private partijen. De gemeente heeft hierbij een aandeel van 30%.
Aangezien de bewindvoering in handen van de gemeente is leidt dit tot een verplichting indien betreffende complex winstgevend wordt afgerond naar de andere participanten.
Uitgaande van de thans ingeschatte winstverwachting van circa € 4,3 miljoen leidt dit tot een toekomstige verplichting van € 3 miljoen. Afhankelijk van het uiteindelijke werkelijke resultaat zal worden afgerekend met de overige participanten.

Juridische procedures
Er zijn op het moment van opstellen van de jaarrekening 2023 geen civiele procedures aanhangig waar de gemeente partij is.

Eigen bijdrage CAK

Een aanvrager van een voorziening, zoals hulp in de huishouding, ondersteuning of een financiële  tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een eigen bijdrage verschuldigd. Het CAK is een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (zbo) dat door de wetgever is belast met de berekening, oplegging en incasso van de eigen bijdrage. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdrage door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdrage geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is en derhalve niet valt onder de reikwijdte van de rechtmatigheidscontrole door de accountant van de gemeente. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kan worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. In 2023 is voor € 208.000 aan eigen bijdrage via het CAK verantwoord.

Vennootschapsbelasting

Met ingang van 2016 is de gemeente vennootschapsbelastingplichtig en doet de gemeente aangifte vennootschapsbelasting. 

De aangiften vennootschapsbelasting tot en met 2019 zijn definitief door de belastingdienst in 2023 vastgesteld.  De verrekeningen hebben eveneens in 2023 plaatsgevonden.

De fiscale aangiften 2020 tot en met 2022 zijn voorbereid, maar moeten nog worden aangepast naar aanleiding van de wijzigingen op de beginbalans.  Voor de aangiften 2020 tot en met 2022  is uitstel aangevraagd en verleend. Voor deze jaren zijn al wel voorlopige aanslagen betaald.

Wet Normering Topinkomens (WNT)

Terug naar navigatie - Wet Normering Topinkomens (WNT)

Op 1 januari 2013 is de WNT ingegaan. Dit houdt onder andere in dat de gemeenten in de jaarrekening rapporteren in hoeverre zij voldoet aan de WNT. Deze wet houdt in dat topbestuurders in de (semi) publieke sector niet meer mogen verdienen dan het wettelijk bezoldigsmaximum. Voor 2023 is dit € 223.000. De gemeentesecretaris en de griffier worden in dit kader aangemerkt als topfunctionaris. De gemeente Oost Gelre voldoet hier dus ruimschoots aan.

 

Gegevens 2023:

Naam

J. Heerkens

J. Vinke

M. Bergen

Functiegegevens

Gemeentesecretaris

Griffier

Interim Griffier

Aanvang en einde functievervulling in 2023

01/01 - 31/12

01/01 - 31/07

01/08-31/12 

Omvang van het dienstverband (in fte)

1

               1

0,75 

Dienstbetrekking

ja

ja

nee 

Bezoldiging

 

 

 

Beloning plus belastbare kostenvergoedingen

€   115.219,00

€     64.469,00

 

Beloningen betaalbaar op termijn

€   26.410,00

€     12.387,00

 

Subtotaal

€  141.629,00

€   76.856,,00

 

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum

€   223.000,00

€   130.083,00

 

-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

 

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

 

Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

 

Totale bezoldiging

€   141.629,00

€   76.856,00

 

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12 

(bedragen x €1)

Naam

M. Bergen

2023

2022

2021

Functiegegevens

Interim Griffier

 

 

Aanvang en einde functievervulling in 2023

01/08 - 31/12

   
Aantal kalendermaanden functievervulling in het kalenderjaar                                                                                                                                                                                                                                         5

            -

Omvang van het dienstverband in uren

520 - -

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

 

 

 

Maximum uurtarief in het kalenderjaar

€   212

€     206

€   199

Maxima op basis van de normbedragen per maand

€ 147.500,00

-

Individueel toepasselijk maximum gehele periode kalendermaand 1 t/m 12

€ 110.240,00 

   

  

Bezoldiging (alle bedragen exclusief btw)

     

Bezoldiging in de betreffende periode 

€ 57.200,00

- -

Totale bezoldiging gehele periode kalendermaand 1 t/m 12

€ 57.200,00

   

(-/-) Onverschuldigd betaald bedrag en nog niet terugontvangen bedrag

€0

 

 

Totale bezoldiging, exclusief BTW

€57.200,00

 

 

Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan

n.v.t.

 

 

Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling

n.v.t.

 

 

Gegevens 2022:

Naam

J. Heerkens

J. Vinke

Functiegegevens

Gemeentesecretaris

Griffier

Aanvang en einde functievervulling in 2022

01/01 - 31/12

01/01 - 31/12

Omvang van het dienstverband (in fte)

1

               1

Dienstbetrekking

ja

ja

Bezoldiging

 

 

Beloning plus belastbare kostenvergoedingen

€   107.163,00

€     99.669,00

Beloningen betaalbaar op termijn

€   23.354,00

€     22.055,00

Subtotaal

€  130.517,00

€   121.724,00

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum

€   216.000,00

€   216.000,00

-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag

 

n.v.t.

 

n.v.t.

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan

 

n.v.t.

 

n.v.t.

Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling

 

n.v.t.

 

n.v.t.

Totale bezoldiging

€   130.517,00

€   121.724,00

 

 

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

In de Wet Hof (Wet Houdbare overheidsfinanciën) is bepaald dat lokale overheden een gemaximeerd aandeel mogen hebben in het toegestane EMU-tekort voor de totale Nederlandse overheid, uitgedrukt in procenten van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Hiermee komt Nederland tegemoet aan de begrotingsregels die door Europa gesteld zijn voor de totale overheid. Na een constructieve dialoog hebben het Rijk en decentrale overheden elkaar gevonden in een macro EMU-norm van 1,1% van het BBP per jaar voor 2023.
De individuele referentiewaarde is een doorvertaling van de norm voor het totaal der gemeenten naar een afzonderlijke gemeente, op basis van de begrotingstotalen. De individuele referentiewaarde is geen strikte norm, maar geeft de afzonderlijke gemeenten wel een indicatie van hun maximale aandeel in het toegestane EMU-tekort. Het ministerie van Binnenlandse Zaken publiceert jaarlijks de individuele referentiewaarden. Voor het jaar 2023 is de individuele referentiewaarde voor Oost Gelre € 2.641.000.

Terug naar navigatie - Emu-saldo2

 

Bedrag x € 1.000

1. Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves

5.997

2. Afschrijvingen ten laste van exploitatie

5.949

3. Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie

-/- 1.035

4. Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden gewaardeerd

-/- 14.213

5. Baten uit bijdragen van andere overheden, de EU of overige, die niet  op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering gebracht zijn gebracht bij post 4.

0

6. Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op de exploitatie verantwoord

0

7. Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)

-/- 1.399

8. Baten bouwgrondexploitatie: baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord

1.556

9. Lasten op balanspost voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen

0

10. Lasten in verband met transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen e.d.) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten

0

11. Verkoop van effecten, boekwinst op de exploitatie

0

Berekend EMU-saldo

-/- 3.145