Fijnder heeft als doel inwoners van Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk die op zoek zijn naar werk en ontwikkelmogelijkheden een sluitende aanpak te bieden. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt krijgen begeleiding op weg naar werk, een opleiding of een zinvolle dagbesteding. Het minimabeleid is in de drie samenwerkende gemeenten voor een deel lokaal vormgegeven maar wordt uitgevoerd door Fijnder.
Fijnder kent twee uitvoeringsprogramma's
a. Programma Werk en Activering:
Het re-integreren van werkzoekenden met een gemeentelijke uitkering (inclusief nieuw Beschut), maar ook van niet-uitkeringsontvangers en daarnaast het matchen en detacheren van Wsw-medewerkers. Het activeren van cliënten voor wie de stap naar betaald werk vooralsnog niet mogelijk is. Het inzetten van re-integratieinstrumenten om cliënten stappen te laten zetten in hun ontwikkeling;
b. Programma Bestaanszekerheid:
De voormalige programma’s Inkomen en Ondersteuning zijn met ingang van 2026 samengevoegd tot het nieuwe programma Bestaanszekerheid. Het verlenen van bijstand of leefgeld voor levensonderhoud aan cliënten die niet zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien. De inzet van Fijnder is tevens gericht op het voorkomen dat personen die een uitkering aanvragen deze ten onrechte krijgen (poortwachtersfunctie). Daarnaast wordt binnen dit programma voorzien in een financieel vangnet voor inwoners die onvoorziene kosten hebben en door buitengewone omstandigheden in financiële problemen dreigen te raken of zijn geraakt of willen participeren in de samenleving.
Daarnaast is er nog een afgeleid programma dat vanwege de specifieke aard niet onder de hoofdprogramma’s is gebracht:
c. Programma Overhead en algemene kosten:
Hier worden de algemene bedrijfsvoeringskosten, treasury en de incidentele baten en lasten geraamd. Fijnder kent twee uitvoeringsprogramma's:
We zien de volgende trends en ontwikkelingen voor 2026:
Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten
Het wetsvoorstel voor de vereenvoudiging van de banenafspraak en de quotumregeling voor mensen met een arbeidsbeperking is op 17 oktober 2023 ingediend bij de Tweede Kamer. Het doel van dit wetsvoorstel is om het voor werkgevers eenvoudiger en aantrekkelijker te maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Het wetsvoorstel is in behandeling en zal na goedkeuring worden voorgelegd aan de Eerste Kamer voor verdere behandeling.
Infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven
Sociaal ontwikkelbedrijven spelen een belangrijke rol om mensen mee te laten doen. Mede door hun inzet krijgen mensen die niet, of niet zondermeer bij reguliere werkgevers aan de slag kunnen, een kans op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil dat sociaal ontwikkelbedrijven ook in de toekomst banen kunnen blijven bieden aan mensen voor wie werk niet vanzelfsprekend is. Daarom is er een groot pakket van maatregelen gepresenteerd waarmee beschutte banen verder worden gestimuleerd en gemeenten worden geholpen om de lokale infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven toekomstbestendig in te richten. Voor deze toekomstbestendige inrichting ontvangen gemeenten een impulsbudget van € 35 miljoen in 2025. Dit budget loopt door tot 2034 en loopt af naar € 19,8 miljoen. Daarnaast wordt een structurele infrastructurele opslag ingevoerd. Hierdoor krijgen sociaal ontwikkelbedrijven meer ruimte om banen te realiseren voor mensen voor wie het hebben van werk niet vanzelfsprekend is. Deze basisfinanciering bedraagt in 2025 € 19,8 miljoen en loopt op naar structureel € 35,9 miljoen.
De hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur / regionaal werkcentrum Achterhoek
Het kabinet wil de arbeidsmarktdienstverlening structureel verbeteren door hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur. De hervorming richt zich op het structureel versterken van de publiek-private samenwerking en dienstverlening aan werkenden, werkzoekenden en werkgevers in de 35 arbeidsmarktregio’s. Ook wordt ingezet op het beter toegankelijk maken van deze dienstverlening door de vorming van 35 Werkcentra in de arbeidsmarktregio’s. De hervorming wordt gefinancierd met structurele middelen en tijdelijke middelen die aflopen tot 2034. Deze structurele middelen worden ingezet voor de basisinrichting van het Werkcentrum en de publiek-private samenwerking. De tijdelijke middelen geven een impuls aan de arbeidsmarktdienstverlening in de regio en aan de van-werk-naar-werk dienstverlening