In de Wet Hof (Wet Houdbare overheidsfinanciën) is bepaald dat lokale overheden een gemaximeerd aandeel mogen hebben in het toegestane EMU-tekort voor de totale Nederlandse overheid, uitgedrukt in procenten van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Hiermee komt Nederland tegemoet aan de begrotingsregels die door Europa gesteld zijn voor de totale overheid. Na een constructieve dialoog hebben het Rijk en decentrale overheden elkaar gevonden in een macro EMU-norm van 1,1% van het BBP per jaar voor 2023.
De individuele referentiewaarde is een doorvertaling van de norm voor het totaal der gemeenten naar een afzonderlijke gemeente, op basis van de begrotingstotalen. De individuele referentiewaarde is geen strikte norm, maar geeft de afzonderlijke gemeenten wel een indicatie van hun maximale aandeel in het toegestane EMU-tekort. Het ministerie van Binnenlandse Zaken publiceert jaarlijks de individuele referentiewaarden. Voor het jaar 2023 is de individuele referentiewaarde voor Oost Gelre € 2.641.000.
|
€ -193.000 |
|
€ 5.305.000 + |
|
€ 100.000 + |
|
€ 13.536.000 - |
|
€ 0 + |
|
€ 0 - |
|
€ 0 - |
|
€ 0 + |
|
€ 0 - |
|
€ 0 - |
|
€ 0 - |
Berekend EMU-saldo |
€-8.324.000 |